Gênant

We hebben allemaal zo onze eigen gênante momenten in het leven. De een nog pijnlijker dan de ander. Sommige ongemakkelijke, schaamtevolle blunders zijn zo vernederend dat je vanbinnen steeds weer ineenkrimpt zodra je je het herinnert (ootmoedig beken ik schuld). Het zorgt in elk geval voor leesvoer – als schrijver moet je je kwetsbaar durven opstellen. Nou, met de billen bloot dan maar…

Ik weet ternauwernood een frontale botsing met een tegemoetkomende auto te voorkomen op weg naar de sportschool, terwijl ik driftig op zoek ben naar het stuk dat zojuist van mijn choco-proteïnebar afbrokkelde en op de zitting tussen mijn benen belandde. Door goed geïntegreerde reflexen weet ik nog net op mijn eigen weghelft te blijven en veel kleerscheuren en letselschade te mijden – al zit de schrik nog in mijn benen als ik enkele minuten later op mijn eindbestemming parkeer. Afijn, ik heb mijn sportkleding al aan, ben goed gespijsd en loop het altijd gezellige en druk bezochte sportcentrum binnen, wetende dat ik binnen enkele minuten de schrik uit mijn lijf zal hebben getraind.

Me even later serieus in het zweet aan ’t werken – waarbij ik het m’n hamstrings zwaar te verduren geef met intensieve deadlifts – word ik afgeleid door een onbeheerst gegiechel achter me. Ik voel ogen in mijn rug priemen en als ik me omdraai staar ik naar een besloten gezelschap van drie jonge meisjes in modieuze sportoutfits, die vast en zeker ouder ogen dan ze daadwerkelijk zijn, en die hard hun best doen om hun lach in te houden – al trekt een van hen een gezicht als een oorworm. Ik zou niet weten wat er zo grappig is. Ik geloof ook niet dat ik er ongewoon uitzie. Het zal wel, denk ik. Misschien deed ik onbewust wel iets raars. Ik laat het voor wat het is en draai me om teneinde mijn set af te maken – knieën ligt gebogen en billen naar achteren – waarna de jongedames weer in lachen uitbarsten. Ik negeer het door stoïcijns mijn reps te doen – ook al is mijn eigenwaarde nu iets aangetast – en werk mijn schema voor die dag af.

Op weg naar buiten kom ik onvoorziens weer langs de drie lachebekjes. Ik kan het niet opbrengen om hen nonchalant voorbij te lopen en zie dat ze alle drie weer verwoed op hun onderlip bijten. Pijnlijk grijnzend loop ik door – niet dat ik erdoor van mijn stuk raak. Ik neem genoegen met de veronderstelling dat het een biologisch principe is dat de oude generatie de nieuwe niet begrijpt, stap fier in de auto en rijd voldaan naar huis.

Eenmaal thuis geparkeerd gooi ik het portier dicht en zie het papiertje van de proteïnebar nog op het dashboard ligt – iets waar ik ontzettend allergisch voor ben. Rommel heeft nu eenmaal een negatieve uitwerking op mijn emotionele welzijn en omdat ik het daar dus echt niet zo kan laten liggen trek ik opnieuw de deur van de auto open waardoor me tot grote schrik de plek op de zitting in het oog valt. Het kruimelige stuk snack, dat boordevol eiwitten (en cacao) zit, is geheel gesmolten en in de zitting van de stoel getrokken. Over het algemeen zou ik deze emotie snel te boven zijn gekomen ware het niet dat ik een conclusie trek op basis van oorzaak-en-gevolg analyse en recente voorvallen. Als een pijl uit een boog schiet ik naar binnen om mijn broek uit te trekken en die met gestrekte armen examinerend voor me te houden. Als mijn geheugen nog betrouwbaar is kan ik me niet herinneren me ooit zo vernederd te hebben gevoeld. Op de achterkant van de broek, ter hoogte van mijn kont, zit een grote, uitgesmeerde bruine vlek. Het is van gesmolten pure chocolade, maar het ziet eruit alsof het een zindelijkheidsprobleem betrof.

Ik kan me al inbeelden hoe dit heeft uitgezien tijdens het deadliften; hoe de vlek zich ostentatief vergrootte voor de ogen van de drie jongedames toen ik telkens mijn bovenlichaam vooroverboog en
mijn kont de lucht in gooide. Wie weet wie ’t nog meer hebben gezien?! Ik voel de grond al onder me wegzakken. Dit is zó gênant. Heel even overweeg ik het om mijn lidmaatschap maar meteen op
te zeggen, want ik kan me dus echt niet meer ongegeneerd op het sportcentrum laten zien.

Maar zodra ik de vlek even later grotendeels met lauw water onder de kraan heb verwijderd en de sportbroek in de wasmand gooi, heb ik de schaamteschoenen inmiddels ook uitgetrokken. Iedereen heeft zo zijn portie gênant. En ik kan nu eenmaal niet tijdreizen, dus accepteer ik maar dat het gebeurd is – al zal ik niet ontkennen dat
ik de volgende keer ietwat terughoudend het sportcentrum binnenloop.
En hé, misschien kan ik er ooit mee lachen.

Vooralsnog voel ik me iets samentrekken terwijl ik mijn gezicht wel weer genoeg toon met dit blog…